Algemene informatie over de verschillende printtechnieken
3D-printen met hars wordt steeds populairder, en dat geldt ook voor de nieuwe en verbeterde technologieën op dit gebied. Elk jaar worden modellen met een hogere definitie uitgebracht, naast geavanceerdere materialen, verbeterde firmware en slicing-software en nog veel meer. Het zou gemakkelijk zijn om te verdwalen in de oceaan van beschikbare opties, maar alle nieuwste modellen hebben nog steeds één ding gemeen: het zijn allemaal 3D-printers voor vatpolymerisatie.
Vatpolymerisatietechnologieën omvatten een lichtgevoelige hars die wordt uitgehard door een lichtbron om vaste lagen en uiteindelijk hele onderdelen te produceren. De lagen zijn de transversale doorsneden van het model, die vooraf worden gegenereerd door een slicer-programma. De hars bevindt zich in een vat of tank en wordt uitgehard tegen een bouwplatform, dat langzaam uit de tank stijgt naarmate het onderdeel wordt gevormd. Het belangrijkste verschil tussen de drie hier besproken technologieën is de lichtbron. Laten we eens kijken wat hen onderscheidt.
Deze technologie is verkrijgbaar in drie hoofdsmaken: SLA, DLP en LCD. Het is gebruikelijk om die namen door elkaar te halen. Maar nu er steeds meer DLP-printers op de markt komen, is het belangrijk om ze te leren onderscheiden. Dit artikel gaat in op alle overeenkomsten en verschillen tussen LCD- en DLP-printers, evenals printers die momenteel op de markt zijn.
